Werkgroep Cardiologische centra Nederland

Relaxine bij acuut hartfalen

Door prof.dr. A.A. Voors (UMCG)

Gedurende de laatste decennia zijn er belangrijke ontwikkelingen geweest bij de behandeling van patiënten met chronisch systolisch hartfalen. Hun prognose en kwaliteit van leven is daarmee sterk verbeterd. Echter, wanneer patiënten in het ziekenhuis worden opgenomen met acuut hartfalen, hebben zij nog steeds een erg slechte uitkomst. Middelen om de ernstige kortademigheid te verhelpen, hebben we nauwelijks. Sinds jaar en dag worden hiervoor diuretica en in ongeveer 10-20% van de patiënten nitraten gebruikt. Toch is er nog een groot aantal patiënten dat moeizaam herstelt, bovendien is de sterfte erg hoog. Ongeveer 30-40% van de patiënten is na één jaar overleden. Een dergelijke sterfte wordt bij vrijwel geen enkele andere aandoening gezien.

Nieuwe geneesmiddelen
De laatste 10 jaar is er een groot aantal randomized clinical trials verricht naar de effecten van nieuwe geneesmiddelen bij de behandeling van patiënten met acuut hartfalen. Voorbeelden hiervan zijn de phosphodiëstrase remmers (milrinone), vasopressine antagonisten (tolvaptan), calcium sensitizers (levosimendan), endotheline antagonisten (bosentan), adenosine-A1-antagonisten (rolofylline), en recombinant humaan BNP (nesiritide). In geen van deze studies werd een duidelijk positief effect aangetoond bij de behandeling van patiënten met hartfalen. Gedeeltelijk ligt dit waarschijnlijk aan het geneesmiddel, maar ook aan het ontwerp van de studie en de patiëntengroep waarin het geneesmiddel werd onderzocht.

Relaxine en de RELAX-studie
Relaxine is een hormoon dat in 1929 werd ontdekt en dat vooral verhoogd is tijdens de zwangerschap. Het heeft vaatverwijdende en anti-fibrotische effecten en zou vooral het lichaam moeten helpen om een grotere hoeveelheid bloedvolume te kunnen verwerken. Om die reden zou het middel ook effectief kunnen zijn voor de behandeling van hartfalen. Een fase II studie bij 234 patiënten met hartfalen toonde aan dat relaxine gepaard ging met een betere afname van de kortademigheid, met een lagere incidentie van verergering van het hartfalen en met minder cardiovasculaire sterfte na een half jaar. Echter, dit was slechts een kleine studie en de resultaten kunnen berusten op toeval. Daarom is nu sinds twee jaar een fase 3 studie aan de gang (RELAX), met een soortgelijk ontwerp, behalve dat het aantal patiënten (n=1160) veel groter is. Het doel van de studie is om te bevestigen dat toediening van relaxine in een vroeg stadium na opname voor acuut hartfalen leidt tot een snelle en langdurige verbetering van de klachten en misschien zelfs tot een betere prognose. Deze studie is sinds kort ook van start gegaan in Nederland, waar behoudens het Universitair Medisch Centrum Groningen, vijf WCN-centra aan deelnemen. Deze centra zijn Amphia Ziekenhuis (Breda), Beatrix Ziekenhuis (Gorinchem), Elkerliek Ziekenhuis (Helmond), Antonius Ziekenhuis (Sneek) en St. Elisabeth Ziekenhuis (Tilburg).

De eerste resultaten van RELAX worden verwacht na de zomer van 2012. Relaxine zou daarmee het eerste middel kunnen zijn waarvan door goed uitgevoerd onderzoek kan worden aangetoond dat het de morbiditeit en mortaliteit van patiënten met acuut hartfalen kan verbeteren.

Adriaan Voors,
Nationaal coördinator RELAX-HF